Contact!
Contact!
We zijn net weer eens de hele dierentuin doorgelopen. Daarna nemen we vaak een wijntje bij het restaurant voorin de tuin.
M'n favorite plaats, want uitzicht op het Siamang verblijf, met een variant op de Gibbon erin, de Siamang dus. Daarvoor kom ik in de dierentuin, voor de katten en de apen, in die volgorde.
Een van de Siamangs, er zijn er nu drie, komt vooraan zitten en het lijkt wel of 'ie me aankijkt.
Wat zou zo'n dier nu denken overpeins ik, enigszins geholpen door de alcoholische versnapering.
"Dat ik hier heel graag wel eens uit zou willen, zuipschuit!". De boodschap komt luid en duidelijk door, alsof ik een hoofdtelefoon op heb.
Als ik zover van de schrik bekomen dat ik weer naar de kooi durf te kijken zit hij nog steeds in dezelfde houding naar me te kijken.
Dit kan niet, stel ik mezelf gerust. Dit geloof ik gewoon niet basta!
"Hallo! Ben ik in beeld, ik probeer je wat te zeggen!". Opnieuw komt het binnen alsof het midden in m'n hoofd uitgesproken wordt.
"Zit jij tegen mij te praten?" probeer ik hem halfslachtig toe te "denken", maar er komt geen antwoord. "Geef me dan een teken" probeer ik nog.
Te veel gedronken is mijn eindconclusie. Ik geloof het echt niet, stel ik mezelf ten overvloede gerust.
Als we huiswaarts gaan zie ik dat hij weg is. Naar het binnenverblijf waarschijnlijk.
Ik kan het niet nalaten toch nog langs de kooi te lopen op weg naar de uitgang.
Vooraan in de kooi is een stukje zand schoongeveegd.
"Thomas!" staat er met grote letters.
We zijn net weer eens de hele dierentuin doorgelopen. Daarna nemen we vaak een wijntje bij het restaurant voorin de tuin.
M'n favorite plaats, want uitzicht op het Siamang verblijf, met een variant op de Gibbon erin, de Siamang dus. Daarvoor kom ik in de dierentuin, voor de katten en de apen, in die volgorde.
Een van de Siamangs, er zijn er nu drie, komt vooraan zitten en het lijkt wel of 'ie me aankijkt.
Wat zou zo'n dier nu denken overpeins ik, enigszins geholpen door de alcoholische versnapering.
"Dat ik hier heel graag wel eens uit zou willen, zuipschuit!". De boodschap komt luid en duidelijk door, alsof ik een hoofdtelefoon op heb.
Als ik zover van de schrik bekomen dat ik weer naar de kooi durf te kijken zit hij nog steeds in dezelfde houding naar me te kijken.
Dit kan niet, stel ik mezelf gerust. Dit geloof ik gewoon niet basta!
"Hallo! Ben ik in beeld, ik probeer je wat te zeggen!". Opnieuw komt het binnen alsof het midden in m'n hoofd uitgesproken wordt.
"Zit jij tegen mij te praten?" probeer ik hem halfslachtig toe te "denken", maar er komt geen antwoord. "Geef me dan een teken" probeer ik nog.
Te veel gedronken is mijn eindconclusie. Ik geloof het echt niet, stel ik mezelf ten overvloede gerust.
Als we huiswaarts gaan zie ik dat hij weg is. Naar het binnenverblijf waarschijnlijk.
Ik kan het niet nalaten toch nog langs de kooi te lopen op weg naar de uitgang.
Vooraan in de kooi is een stukje zand schoongeveegd.
"Thomas!" staat er met grote letters.